vrijdag 14 februari 2014

Over de verleuking van ons onderwijs


Laatst stuitte ik al zappend op een uitzending waarin erfgoededucatie in het primair onderwijs aanschouwelijk werd gemaakt. Zesdegroepers renden rond op een grasveldje naast de school, getooid met plastic helmen en slappe plastic zwaarden. Ze ramden er vrolijk op los en hadden duidelijk een leuke les.

De onderwijzeres die, eveneens met helm, de verslaggever te woord stond legde uit dat het doel van de les was om de kinderen te laten ervaren wat het betekent om in de riddertijd te leven. Ze zei erbij dat ze zichzelf ook blootstelde aan het zwaardgevecht om de kinderen te leren gezagsverhoudingen te relativeren. Wat dat laatste betreft had de ridderschare zijn les overduidelijk geleerd. De pedagogische boodschap van het item luidde dat leren leuk moet zijn, en dat de toekomst van het onderwijs is gelegen in spel en gaming.

Ik was, zo realiseerde ik me, getuige van een treffend staaltje erfgoedbeleving volgens de nieuwste pedagogische inzichten. Ik betwijfel echter of de betekenis van de middeleeuwen voor de wording van de moderne mens door deze les daadwerkelijk bij de kinderen is doorgekomen. Ik had meer de indruk te kijken naar een aflevering van het continue nu, waarin voor ons verleden slechts de rol is weggelegd van decorum voor een leuk uitje.

We weten natuurlijk al heel lang dat onderwijs vooral leuk moet zijn, en niet moet worden geassocieerd met inspanning en discipline. Zelf heb ik daar moeite mee. In mijn eigen herinnering gaat leren vaak gepaard met ervaringen van moeite, tegenzin en teleurstelling. Dat is natuurlijk niet van deze tijd: teleurstelling, inspanning en falen kunnen niet in het onderwijs van het eeuwige nu.

Overigens gaat het dan wel om een westerse onderwijsopvatting. Als directeur van de SKVR was ik vaak bij uitvoeringen van muziektalenten. Het viel mij op dat ouders van Nederlandse kinderen nog voordat hun kind het podium heeft bereikt luidkeels blijkgeven van groot enthousiasme. De ouders van kinderen uit andere culturele achtergronden blijven hun kinderen gedurende de uitvoering streng en afstandelijk observeren. Inderdaad: inspanning en pijn versus het continue leuk.

Dat talentvolle kinderen uit culturen met een meer verplichtend pedagogisch klimaat veelal verder komen vinden we niet echt verontrustend. Er was vorig jaar even een rimpeling in de vijver van pedagogische zelfgenoegzaamheid door een boek van een Amerikaans-Chinese tijgermoeder, maar die is snel weggewerkt met verhalen over dat we hier geen ongelukkige en gestresste kinderen willen. Ruim baan dus voor verdere verleuking en gamification.

Of toch niet? In de NRC van 24 januari stond een artikel met de kop: ‘Overdreven lof werkt averechts’. Onderzoek had aangetoond dat kinderen geneigd zijn om uitdagingen te mijden als ze overdreven complimenten krijgen. Te veel complimenteren vergroot de faalangst en ondermijnt het vertrouwen dat nodig is om drempels te overwinnen.

Wellicht is het nog niet te laat voor enige bezinning voordat we ons totaal overgeven aan het belevingsonderwijs.

Ik ben benieuwd waar uw prioriteit ligt: bij inspanning en discipline of prefereert u toch het ‘continue leuk’? Moet leren leuk zijn? En wat zijn de consequenties van beide richtingen? Deel uw opinie op LinkedIn in het netwerk Cultuureducatie of in de groep Cultuurplein.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten