vrijdag 18 oktober 2013

Drumjuffen en dansmeesters


Wat kan cultuureducatie met het probleem dat er te weinig mannen voor de klas staan in het basisonderwijs en dat jongetjes opgroeien in een te sterk gefeminiseerde omgeving? Die vraag bleef in mijn hoofd hangen. Want laten we eerlijk zijn, balletlessen zitten toch vaker vol met meisjes en bij drums en elektrische gitaar zie je weer meer jongetjes. En natuurlijk zijn er Billy Elliots die dwars tegen de stroom ingaan, maar toch... (Ik zou verrast opkijken bij een zaal vol mannen tijdens de cursus sjaals vilten. Blij verrast, maar absoluut verrast.)

Hoe kan het dat deze verschillen bestaan? Ik weet het niet zeker. Trekken de sierlijkheid en roze tutu's van ballet, de zachte stoffen bij textiele werkvormen en hoge klanken van de viool eerder meisjes? Net als het lawaai van de drums, de techniek bij de elektrische gitaar en het zwaardere werk bij houtbewerking meer jongens trekken? En is dat dan nature of nurture?

Ik weet wel dat het niet in beton gegoten is. Toen ik directeur was van de SKVR zagen we ook dat er weinig jongens op dansles zaten. Maar we wisten dat dans wel degelijk ook voor jongens is. Dus organiseerden we cursussen Dans voor jongens met meer nadruk op stoere dans en krachtelementen van dans. En met een mannelijke dansdocent voor de groep. Dat is dan wel een vereiste. Want het maakt uit wie je voor een klas zet. En dat is niet alleen een kwestie van kwaliteit, van tangomoeder of vakleerkracht. Een leerkracht is ook een rolmodel.

Terug naar de mannen voor de klas in het basisonderwijs. Fontys Hogeschool heeft bewust ingezet op meer mannelijke studenten op de pabo, en met succes. Dus in die regio straks ook meer mannen voor de klas. (Daar kunnen schoolbesturen trouwens zelfs subsidie voor krijgen, zo vond ik al googelend.) En mijn eerdere redenering volgend, zou meer mannen voor de klas dan ook nog meer variatie betekenen voor cultuureducatie? Brengen meesters andere kunstvormen de klas in dan juffen? Of hebben ze vooral een andere aanpak? Meer aandacht voor gereedschap en techniek? Andere materialen? Meer aandacht voor de constructie van het bouwwerk dan voor de afwerking in details?

Kunst zorgt voor verbinding, maar markeert ook het verschil. Hip hop is een jongenscultuur. Kunsteducatie kan bijdragen aan identiteitsvorming van jongens en meisjes omdat kunst verschillen duidt en speelt met identiteit. Dus zorg ook voor martiale kunstvormen, battles etc, en laat de brassband op het schoolplein knallen.

Wat denkt u? Meer mannen voor de klas, wat betekent dat voor cultuureducatie? Deel het met elkaar in de groep Cultuurplein of in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 4 oktober 2013

Over het verband tussen de culturele crisis en de economische crisis


We maken momenteel niet alleen een economische crisis door. We zitten ook al een tijdje in een zich steeds verder uitdiepende culturele crisis. En dan bedoel ik niet de crisis in de gesubsidieerde kunstensector. Die is slechts een symptoom van een veel bredere malaise. Ik zie om me heen een steeds sterker gevoelde onzekerheid over onze identiteit, een vrees voor het verlies van vaste waarden, en een gevoel bedreigd te worden door Europa en door andere culturen. Nu de PVV in de peilingen de grootste partij is geworden, kun je er toch moeilijk omheen dat er structureel iets mis is met ons vertrouwen in de stevigheid van het Westerse paradigma waarin culturen gelijkwaardig zijn.

De laatste tijd heb ik steeds meer het idee dat er een verband bestaat tussen die culturele malaise en de economische malaise. Zo vind ik het opvallend dat we het niet alleen economisch slechter doen dan de landen om ons heen, maar dat we ook in cultureel opzicht steeds meer onderaan bungelen. In een bijtend artikel in de NRC van 21 september over de 'ontboeking' van Nederland onderlijnt Bastiaan Bommeljé dit verschijnsel aan de hand van onze leescultuur. In de afgelopen jaren is de boekenverkoop dramatisch afgenomen, evenals de leesvaardigheid van onze scholieren. Het e-boek neemt slechts een marginale plaats in, en de groei vlakt af. Deze cijfers zijn opvallend, mede omdat de verkoop van boeken in de ons omringende landen blijft stijgen. Bommeljé meent in de ontlezing een oorzaak te zien van de verslechterende leerprestaties van Nederlandse kinderen. Het digitale lezen verergert deze trend alleen maar, omdat het een meer chaotische en gefragmenteerde leesstijl bevordert, en dus leidt tot een verbrokkelend begrip. Van gamen word je niet slimmer, van lezen wel.

Het betoog van Bommeljé kan naar mijn mening zondermeer worden doorgetrokken naar cultuuronderwijs. Zonder te willen claimen dat cognitie wordt bevorderd door dansles op school, is er ten aanzien van kunstonderwijs voldoende onderzoeksresultaat dat wijst op een positieve relatie met leerprestaties. En juist met het cultuuronderwijs zit het niet goed. Dit terwijl de verantwoordelijke overheid onderkent dat het kunstonderwijs in relatie tot de ons omringende landen onvoldoende is geborgd in het curriculum. Veelzeggend in dit verband is de constatering van Bommeljé dat waar Franse middelbare scholieren 100 tot 150 boeken moeten lezen, de boekenlijst in Nederland goeddeels is verdampt en kan worden afgedaan met het inleveren van een filmpje.

Nu terug naar het verband met de economie. Opnieuw is door ons parlement bekrachtigd dat onze kenniseconomie moet behoren tot de wereldtop. De vraag is of zo’n ambitie houdbaar is in een land waarin intellectueel vermogen zo laag wordt aangeschreven en het adagium heerst van het diploma zonder moeite. Opvallend is ook dat niemand lijkt in te zien dat de culturele crisis, en het bijbehorende dedain voor kunst en cultuur, de ontwikkeling van een kenniseconomie negatief beïnvloedt. De ambitie leidt voorlopig tot een hijgerig onderwijsklimaat, waarvan juist de vakken die niet in de citotoets passen het slachtoffer zijn geworden.

Nu blijkt dat we economisch zelfs minder presteren dan de landen die cultuur nog wel belangrijk vinden, wordt het hoog tijd dat we ons afvragen of we wellicht de rekening gepresenteerd krijgen voor onze culturele armoede en de verschraling van ons cultuuronderwijs. Ik nodig u graag uit hierover verder te praten in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.