vrijdag 29 november 2013

Gordon-gate


Het was een prachtige dag, afgelopen maandag. 's Ochtends mocht ik in Tilburg de Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie van het LKCA openen, waar een uitgelezen gezelschap wetenschappers hun werk presenteerden voor 400 studenten en professionals. Prachtige studies naar creativiteit en over het nieuwe leren, dat van instrumentalisme verschuift naar Bildung.

Vervolgens ‘s middags naar een fabriekscomplex in Utrecht waar het ministerie van OCW een grote conferentie hield waar zo’n 1000 mensen zich konden laven aan ervaringen en ideeën, die kunst in de samenleving verder moeten brengen. Een mooie slottoespraak van minister Bussemaker besloot de vruchtbare dag. De minister zorgde door haar aanwezigheid, en door te benadrukken dat de overheid wel degelijk verantwoordelijkheid moet nemen, voor het warme gevoel dat kunst en cultuur er weer helemaal bijhoren in Nederland. Tijdens de borrel overwoog ik, de zaal overziend, dat we toch nog met veel zijn: nette, witte mensen, die de samenleving willen verheffen.

Daarna de auto in, en naar huis. Radio aan: daar is de stem van Joost Eerdmans met zijn discussieprogramma waarin het populistische geluid vanuit de NL huiskamer, rechtstreeks de ether in wordt geslingerd. Dit keer was het onderwerp: 'we hebben in NL last van een discriminatiekramp'. Want elke keer als er op TV een harde grap wordt gemaakt over een allochtoon vallen de, uiteraard linkse, media en twitteraars over de arme grappenmakers heen'. Het ging er stevig aan toe in de telefonische reacties. Ik had duidelijk een paar tweets gemist, want er bleek een 'Gordon-Gate' aan de gang te zijn. Onze nationale lolbroek had een Chinese kandidaat in Holland's Got Talent, die nota bene opera kwam zingen, zeer grof beledigd. Enfin, u hebt er natuurlijk al over gehoord.

Ik was ineens weer terug in het NL van die andere cultuur, waarin je zegt wat je denkt, en waar beledigen en kleineren moeten kunnen. Dat hoort immers bij onze NL-identiteit, onder het mom van 'Daar moeten ZE maar tegen kunnen'. Later kwam in de krant en bij P&W nog een reeks van andere recente en tenenkrommende scenes voorbij. Gelukkig is er nu een publiek debat over ontstaan. Dat werd tijd, want we lijken op weg naar een cultuur waarin racisme weer heel gewoon wordt. Toch opvallend hoe al deze grofheden worden verdedigd: natuurlijk is het allemaal niet racistisch bedoeld etc.

Maar wat doen wij vanuit de kunstsector eigenlijk? Blijven we elkaar verhalen vertellen over die nieuwe globale en multiculturele samenleving waarvan de creatieve kunsten de motor zijn? Buiten de conferentiezaal raast het populisme voort, en wordt het wantrouwen tussen culturen steeds groter. Dat gaat een clash veroorzaken waarvan ik vrees dat de klap tot in de zaal te horen zal zijn.

Hoe dichten wij de kloof tussen het populisme en wat wij in de kunsten belangrijk vinden? Ik ga graag het debat aan in het netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

1 opmerking:

  1. Geachte meneer van Munster,

    ik lees net de laatste hoofdstukken van Amerika's visioenen van Robert Hughes. Aan de ene kant verwijst hij voortdurend naar Renaissancistische- en Neo klassieke beelden, aan de andere kant verwijt hij zijn (VS) cultuur dat "ze" niet tot nieuwe inzichten komen.

    De hele kunstgeschiedenis bestaat uit het formuleren van "mijn" visie tov "andere" visies. Dat kan je ketters, racistisch, anti feministisch etc. noemen.. door die dialoog heen formuleer ik mijn levensvisie.
    Die is dus niet multiculti, globaal of populistisch. Het verschil tussen autonome kunst en reclame is weggevallen.
    De discussie tussen producenten en consumenten van kunst binnen een bepaalde cultuur is geen kloof, maar een inspirerende uitdaging waar kunstenaars hun brood mee verdienen.

    BeantwoordenVerwijderen