vrijdag 27 september 2013
Tangomoeder
Dat koningin Máxima, toen ze nog prinses was, luizenmoeder was op de school van haar kinderen, wordt vaak gebruikt als blijk van betrokkenheid en ‘gewoonheid’ van de koningin. Ze had ook leesmoeder kunnen zijn. Of tangomoeder. Tangomoeder? Jazeker, dat had gekund. Onder meer in Noord Holland worden ‘amateurs in cultuur’ ingezet om cultuureducatie te verzorgen. Het is een initiatief van Plein C.
Bij een project rond cultureel erfgoed op basisschool De Delta in Purmerend werd een ‘viltmoeder’ ingezet: een amateurkunstenaar met een grote vaardigheid op het gebied van textiel. De leerlingen maakten, heel modern, een hoesje voor een mobieltje, van vilt. Voor dergelijke projecten is in Noord Holland ook subsidie beschikbaar. Het project heet Cultuur om de Hoek, en Plein C stelt er elk schooljaar 7500 euro voor beschikbaar. Tien scholen profiteren ervan.
Hartstikke leuk voor die kinderen, natuurlijk. Ze leren iets heel bijzonders, iets wat ze van maar weinig mensen kunnen leren – en waarschijnlijk niet van de reguliere leerkracht. Ze komen in contact met specifieke expertise. Ze werken met een textielmoeder, maken onder schooltijd een boek met een handige tante, of werken met een muzikale vader aan een musical. Maar het stemt ook tot nadenken. Zou zo’n school ook een vak als rekenen laten geven door een ‘rekenmoeder’? Bewegingsonderwijs door een ‘korfbalvader’? Spellingsonderwijs door een ‘schrijfmoeder’? Waarschijnlijk niet. Dat laat een school toch echt liever over aan een professionele docent.
Wat zegt deze ontwikkeling over de status van het cultuuronderwijs op school? Uit een door de Onderwijsraad aangehaald onderzoek van TNS Nipo bleek dat het aantal vakdocenten op het gebied van cultuur in het basisonderwijs gestaag terugloopt. In 1988 had 66 procent van de scholen nog een kunstvakdocent in dienst. In 2009 nog maar 19 procent. Zorgwekkende cijfers.
Vervangen amateurkunstenaars de kunstvakdocent die de scholen niet kunnen betalen, of worden ze ingezet als aanvulling, als kers op de taart? Waar ligt de grens?
Plein C ondersteunt een goede ontwikkeling: de participatie van ouders op school en stimuleert daarmee wat premier Rutte zo fraai ‘de participatiesamenleving’ noemt. Maar scholen mogen er voor hun cultuuronderwijs niet van afhankelijk worden. Het beste blijft: een samenleving die kiest voor cultuur op school en daarvoor wil betalen. Een samenleving die geld overheeft voor professioneel opgeleide kunstvakdocenten in het basisonderwijs. Ook in tijden van crisis.
En ja, heel graag zie ik dan koningin Máxima af en toe dansen voor de klas van haar dochter. Als tangomoeder.
Vindt u het wat? Cultuuronderwijs door ouders? Zijn zij – en andere amateurkunstenaars – een verrijking voor het onderwijs? Of vindt u dat een school moet kiezen voor (duurdere) professionele kunstdocenten? Wat betekent het voor de kwaliteit van cultuuronderwijs? Ik ben erg benieuwd naar uw overwegingen en praat graag met u mee in het netwerk Amateurkunst, netwerk Cultuureducatie of in de groep Cultuurplein op LinkedIn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Het eerste wat in me opkomt is : verloedering van het kunstonderwijs, steeds meer belangrijke taken in de samenleving worden door vrijwilligers opgelost, lekker gemakkelijk. Dit wekt de indruk dat Kunst een liefhebberij is ....
BeantwoordenVerwijderenHet verschil tussen een cultuuraanbieder die hiervoor een professionele opleiding heeft gevolgd, en een goedwillende amateur is niet eenduidig aan te geven, maar ik vind het wel een onzalige ontwikkeling.
BeantwoordenVerwijderenJaren wordt er geroepen: "Cultuureducatie met kwaliteit", en dan worden er ineens amateurs gesubsidieërd die het wel even zullen doen.
Beroepskunstenaars die hebben geïnvesteerd in een éénjarige BIK-opleiding worden zo aan de kant gezet...
Macramémoeders en fröbelvaders die 'kunstzinnig' bezig zijn.
Tja, de lijntjes zijn heel kort, en de kinderen worden toch 'leuk' bezig gehouden met kunst?
Maar durft een docent een behulpzame ouder ook aan te spreken op de zaken die niet goed lopen? Als deze docent het al in de gaten heeft...
Soms gaat het zeker goed, maar ik maak ook mee, in bv projecten waar ook amateurs worden ingezet die het juist al snel 'best goed' vinden (en de ll weten niet beter), dat ze de voorbereiding niet goed doen, niet weten hoe iets te organiseren etc.
Gelukkig kom je met passie een heel eind.
We willen toch het allerbeste voor de ll, en hen niet afschepen met een derderangs kunstbeleving?